Tijd is wel een ‘dingetje’, zéker voor vijftigplussers. Wellicht is dat voor mij een reden om een horloge fetisj te hebben, ik heb ze in alle maten en soorten, van staal, kunststof en zelfs een van hout.
Van de laatste bleek de batterij leeg, leek mij leuk om die nou eens zélf te vervangen. De achterkant bleek een dekseltje te zijn met vier ieniemienie kleine, bijna niet zichtbare schroefjes. Het lukte, da’s al kicken. Die leg ik zo lang op mijn werkblad. Batterijtje, alles is ‘tje’ aan zo’n ding, er uit. Lijkt op een hoorapparaat batterij, alleen nog veel kleiner. Leg ik ook even op mijn werkblad.
Dan is het tijd om beneden een welverdiende kop koffie te drinken. “Ah”, zegt mijn vrouw, dan kan ik boven even stofzuigen. Wonderlijk dat het toch nog lukt om uit zo’n smerige stofzak zúlke kleine schroefjes en batterijtje terug te vinden.
Uiteindelijk een nieuw batterijtje erin weten te pielen en jawel, de secondes tikken weer weg. Nu nog de ieniemienie kleine, bijna niet zichtbare schroefjes terugplaatsen, dan kan ik met verve zeggen, “dát kan ik óók”. Het lúkt! In mijn hoofd maak ik een rondedansje en kijk gelijk op mijn nieuw opgeladen houten horloge hoe laat het is.
Helaas, de tijd staat stil.
Was het maar waar.
Dit artikel is een bijdrage van Constant Lamp.
Constant is in het dagelijks leven trainer en coach en neemt ons in zijn artikelen mee in herkenbare situaties die ons allemaal kunnen overkomen.