‘Men lene een caravan’, daar begon het mee. Ik wilde het altijd al eens uittesten en om nou gelijk zo’n gevaarte aan te schaffen, terwijl je broer er een heeft staan, toch? Dus kreeg ik bij het ophalen ‘caravanles’. Stekker erin en de lichtjes controleren, alles doet het. Dat ‘ding’ gaat over de trekhaak en dan nog de veiligheid, stel dat het ‘ding’ losschiet. Zo gezegd, zo gedaan, sterker nog, vier keer in totaal, ik moest het tenslotte nog leren. D’rop, d’raf, kabeltje vastmaken, stekker etc. Als dat alles is. Voor de zekerheid herhaalde mijn broer nog even alle handelingen, oudere broers doen dat, en dan op weg. Langzaam van het erf bij de boer afrijden en de draai maken om het landweggetje op te rijden. Alsof je door een zonsverduistering achtervolgd wordt. De draai lukte, alleen deed de caravan het tot mijn verbazing niet, die ging rechtdoor. Bleek mijn broer het ‘ding’ toch niet voldoende gezekerd te hebben. Dat is dan wel humor en toch is lachen op dat moment niet handig.
Eindelijk onderweg met de ‘zonsverduistering’, zolang alles vastzit, is het een trouwe volgeling. Mijn vrouw had écht pech: een migraineaanval. “Weet je wat, ga lekker in de caravan liggen, ik rij wel, dan kan jij lekker ontspannen.” Let wel, dit is uit de tijd van telefoons met een draaischijf; een mobiel was iets wat boven het bedje van een baby hing. Na zo’n 50 kilometer eens even kijken hoe het ‘achter’ ging. Een caravan volgt de auto waar hij achter hangt, en verder geeft hij ieder bobbeltje, scheurtje, kiezeltje of andere oneffenheid door met een spectaculaire vermenigvuldigingsfactor. Kortom, het is alsof je in een droogtrommel zit. De migraine was niet weg, de stemming wel.
Op de plaats van bestemming zet je dan je ‘chalet’ op zijn plaats met een ‘mover’, zo heette dat geloof ik. “Appeltje eitje,” zei de behulpzame buurman (er is er altijd wel een). Nú wordt ons leven zo’n beetje beheerst door afstandsbedieningen; toen was het ‘high tech’, een beetje vergelijkbaar met het spelletje waarbij je een balletje in een gaatje moet krijgen door het doosje waar het in zit, heen en weer te bewegen. Daar was ik ook al niet zo goed in. Na enkele dagen hadden wij het wel gezien, vooral toen mijn zoon zijn voortand afbrak (ga dan ook niet achterstevoren van een glijbaan af) en dan gebeurde het meest onlogische en onverklaarbare. Met geen mogelijkheid kwam ik van het terrein af, sleurde grote delen van de heggen mee (die de plaatsen afbakenen) en bleef maar met een wiel achter zo’n gezellig rustiek stuk berg (ook afbakening) hangen. Léve de campingbuurman, een vrachtwagenchauffeur, die het klusje klaarde en ons nog een briljant advies meegaf. “Wat dacht je van op vakantie gaan met een tent?”
Dit artikel is een bijdrage van Constant Lamp.
Constant is in het dagelijks leven trainer en coach en neemt ons in zijn artikelen mee in herkenbare situaties die ons allemaal kunnen overkomen.