’50 plussers doen het op de green’, ik weet het, het is te suggestief en daardoor ook nog eens grensoverschrijdend. Desalniettemin, als ik de grote verhalen soms hoor, verdenk ik menigeen van het hebben van zo’n bumpersticker. Niet meer op de Tesla, daar staat inmiddels iets anders, wel op iets anders, grote kans iets Chinees, elektrisch.
‘Het’ gaat over de edele sport Golf. Waarom het edel zou zijn, weet ik niet, waarschijnlijk omdat de edelen het vroeger speelden. Tegenwoordig is er niets edels meer aan, iedereen kan het en volgens mij dóet ook iedereen het. De formule is eenvoudig; een klein wit balletje, een stok om mee te slaan en een gaatje verderop waar het balletje in moet, de ‘hole’. Lukt dat binnen een beperkt aantal slagen ben je een goeie. Lukt dat niet, dan had je je dag niet of waren er andere omstandigheden die tegenwerkten.
“Balletjes kiezen het diepe gras, warm en onvindbaar, of verdwalen in het bos – overal behalve de hole.”
Juist dáárom is golf zo interessant, waren sporten in het algemeen al prachtige metaforen voor het leven, golf is dat bij uitstek. Vooral omdat je maar met één persoon te maken hebt, jijzelf. Laat mij zien hoe u golft en ik vertel u wie u bent. Meestal is er met de equipment niets mis, mooie tassen, gevuld met dito clubs (stokken), de kleding afgestemd in kleuren of passende ruitjes, uiteraard wel net tot over de knie. De buitenkant dus klopt als een bus.
Maar nu, nu komt het op de ‘binnenkant’ aan, waar het spelletje geregisseerd wordt, waar de motoriek aangestuurd wordt om met de club (stok) het balletje zó te raken dat het gelijk in het gaatje (de hole) verdwijnt of in ieder geval er verdomd dicht bij komt. Het begin blijkt al lastig.
Als ik de verhalen mag geloven slaan de meeste spelers ‘strepen’. Dan vertrekt het balletje met een droge tik in een rechte lijn richting het gaatje. In de praktijk lijken alle balletjes een eigen wil te hebben, waarbij zij laten zien in ieder geval níet richting het gaatje te willen gaan. Het diepe gras, lekker warm en onvindbaar, of het bos, waar soms zelfs spelers niet meer teruggevonden worden.
Uiteindelijk is daar de ‘green’. Een kortgeschoren grasmatje met één onregelmatigheid, het gaatje. Dat láátste stukje dat het balletje nog te gaan heeft, een stukje van niks, blijkt vaak meer frustratie op te leveren dan de hele weg van het diepe gras en/of het bos opgeteld.
‘Laat mij zien hoe u golft en ik zeg u wie u bent’. Dit gelezen en begrepen hebbende, zal de golfsport, in ieder geval voor jóu, nooit meer hetzelfde zijn.
Dit artikel is een bijdrage van Constant Lamp.
Meer lezen van Constant? Kijk dan op onze partnerpagina van Plezierig70+