Kunstmatige intelligentie, ofwel AI, is niet meer weg te denken uit ons leven. Hoewel we een opleving hebben en AI misschien ‘er ineens’ lijkt te zijn, is het tegendeel waar. We kennen de slimme assistenten zoals Siri en Alexa. Daarnaast zijn er meer geavanceerde algoritmes die onze online ervaringen personaliseren. AI transformeert de manier waarop we communiceren, werken en leven. Toch blijft er een zekere onbekendheid over wat AI werkelijk is en hoe het is ontstaan. In dit artikel ontrafelen we de geschiedenis van AI en belichten we de eerste toepassingen ervan.
De term “kunstmatige intelligentie” werd voor het eerst gepopulariseerd in 1956 tijdens de Dartmouth-conferentie, waar wetenschappers als John McCarthy, Marvin Minsky, Nathaniel Rochester en Claude Shannon bijeenkwamen om te discussiëren over de mogelijkheid om machines te creëren die in staat zijn om te leren en problemen op te lossen. Deze conferentie wordt vaak beschouwd als de geboorteplaats van AI als een academisch onderzoeksgebied.
In de beginjaren concentreerde AI-onderzoek zich voornamelijk op symbolische AI, waarbij logica en regels werden gebruikt om menselijke denkprocessen na te bootsen. Een van de eerste programma’s, de “Logic Theorist”, ontwikkeld door Allen Newell en Herbert A. Simon in 1955, kon wiskundige stellingen bewijzen en wordt vaak gezien als een van de eerste AI-toepassingen. Deze vroege systemen waren echter beperkt in hun mogelijkheden en vereisten aanzienlijke menselijke input om effectief te functioneren.
De ontwikkeling van AI kende in de jaren ‘60 en ‘70 een bloeiperiode, maar ook een aantal mislukkingen, wat leidde tot een periode van stagnatie, ook wel de “AI Winter” genoemd. In deze tijd verminderde de financiering en interesse in AI-onderzoek. Pas in de jaren ‘80, met de opkomst van expertensystemen – programma’s die specifieke taken konden uitvoeren op basis van vastgestelde regels – begon AI weer aan populariteit te winnen.
De recente heropleving van AI, vooral door de opkomst van machine learning en deep learning, heeft ons in staat gesteld om enorme hoeveelheden data te analyseren en inzichten te genereren die voorheen ondenkbaar waren. AI wordt nu gebruikt in verschillende sectoren, van gezondheidszorg en financiën tot transport en entertainment.
Tegenwoordig is AI niet langer een abstract concept of een futuristische droom. Het is een krachtig hulpmiddel dat ons helpt om de wereld om ons heen beter te begrijpen en te verbeteren. Door de geschiedenis van AI te verkennen, kunnen we de mystiek en onbekendheid eromheen verminderen, en beter begrijpen hoe deze technologie ons leven blijft transformeren.